Veelgestelde vragen

Filter op
Heb ik een verwerkersovereenkomst met VZVZ nodig?

Aangesloten op het Landelijk Schakelpunt? De Gebruiksovereenkomst volstaat. Er is géén verwerkersovereenkomst met VZVZ nodig.

VZVZ is verantwoordelijk voor de elektronische uitwisseling van medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt. Dat maakt VZVZ voor de wet de Verantwoordelijke voor de gegevensverwerking. VZVZ is dus geen Verwerker van gegevens. Daarom hoeft u als zorgverlener geen Verwerkersovereenkomst met VZVZ te sluiten.

Het is van groot belang, dat de elektronische uitwisseling van gegevens zorgvuldig gebeurt. Daar zorgen de nodige (technische en organisatorische) maatregelen voor. Dit ligt vast in de Gebruiksovereenkomst die u met VZVZ heeft. De Gebruiksovereenkomst voldoet aan de AVG. De laatste versie vindt u ook op onze website.

Verdienen zorgaanbieders geld aan gegevensuitwisseling via het Landelijk Schakelpunt?

Nee, zorgaanbieders die medische gegevens van patiënten uitwisselen via het Landelijk Schakelpunt verdienen hier geen geld aan. Alleen huisartsenpraktijken en apotheken ontvangen een beperkte bijdrage voor het vragen en verwerken van de toestemming van patiënten (opt-in). Per patiënt krijgen zij enkele dubbeltjes voor het informeren over het Landelijk Schakelpunt, het verwerken van de toestemming in hun informatiesysteem en het aanmelden van het dossier bij het Landelijk Schakelpunt.

Welke HIS'en maken gebruik van LSP+?

LSP+ wordt door de volgende leveranciers als DVZA ingezet:

  • TransHis
  • ChipSoft-HiX
  • Promedico ASP en VDF
  • OmniHis
Hoe kunnen praktijken de aansluiting aanvragen en hoe wordt die vervolgens geactiveerd?

U ontvangt van VZVZ een brief met onder andere een Verwerkersovereenkomst en formulier Gegevensdiensten van het MedMij Afsprakenstelsel en MedMij-naam keuzeformulier. Deze documenten vult u in en stuurt u terug naar VZVZ. Na ontvangst bedraagt de administratieve verwerking en technische aansluiting ongeveer 15 werkdagen. Zodra uw aansluiting gereed is, ontvangt u hiervan een bevestiging. Ook brengen we uw ICT-leverancier op de hoogte.

Het is voor ons niet mogelijk om per praktijk een datum af te stemmen dat de aansluiting ‘aan’ gezet wordt.

Heeft u geen correspondentie ontvangen? Neem dan contact op via lspplus@vzvz.nl.

Wat zijn de kosten voor aansluiten op LSP+?

VZVZ vraagt voor aansluiting op LSP+ geen kosten. De XIS-leveranciers kunnen hun klanten kosten doorberekenen voor het afnemen van de extra dienst. Neem voor meer informatie contact op met uw ICT-leverancier.

Welke EPD's / EVS'en maken gebruik van LSP+?

LSP+ wordt door de volgende leveranciers als DVZA ingezet:

  • Winbase (EPD) - Incura
  • FarMedvisie (EVS) - FarMedZ
  • Careweb (EPD)
Moet ik voor LSP+ ook UZI-passen gebruiken?

Nee. De persoonlijke UZI-passen zijn nodig als een zorgaanbieder medische gegevens met andere zorgaanbieders via het LSP wil uitwisselen. Als een zorgaanbieder ervoor kiest om alleen op LSP aan te sluiten voor gebruik van LSP+ en dus er (nog) niet voor kiest om onderling gegevens uit te wisselen, dan is slechts een UZI-servercertificaat nodig voor de beveiligde verbinding met het LSP.

Is het voor LSP+ ook nodig om vooraf toestemming te vragen aan patiënten (opt-in)?

Nee. Het is voor MedMij niet nodig om vooraf toestemming aan de patiënt te vragen en te registreren. Binnen het MedMij Afsprakenstelsel zal LSP+ als DVZA eerst, namens de zorgaanbieder, toestemming vragen aan de patiënt om gegevens beschikbaar te mogen stellen aan het PGO. Pas daarna worden de gegevens daadwerkelijk opgehaald uit het zorginformatiesysteem van de zorgaanbieder.

Als de zorgaanbieder kiest om ook onderling met andere zorgaanbieders gegevens uit te wisselen, dan is het wel nodig dat de zorgaanbieder daarvoor vooraf toestemming vraagt aan de patiënt en dit registreert.

Moet ik een eigen DigiD-aansluiting aanvragen?

Nee. LSP+ werkt op basis van de DigiD-aansluiting van VZVZ. Op termijn zal VZVZ overgaan naar de nieuwe authenticatiedienst van Logius (TVS met daarachter de clusteraansluiting). Mogelijk dat daarvoor wel een eigen aansluiting nodig is.

Met welke PGO’s werkt LSP+ samen?

Zowel LSP+ als DVZA als veel PGO’s voldoen aan het MedMij Afsprakenstelsel. Dit zijn de PGO’s die het MedMij-label mogen voeren. Dit waarborgt dat alle systemen met elkaar kunnen samenwerken. Dit wordt getoetst en gekwalificeerd door MedMij. LSP+ werkt daarom samen met alle PGO’s met een MedMij-label.

Welke MedMij-gegevensdiensten ondersteunt LSP+ in het kader van VIPP5?

LSP+ is gekwalificeerd voor verzamelen van:

  • BgZ
  • PDF/a

     

De volgende gegevensdiensten zijn in ontwikkeling en/of gepland:

  • Zelfmetingen (delen & verzamelen)
  • Vragenlijsten (delen & verzamelen)
  • Wijzigingsvoorstellen BgZ (delen)
Welke beheerrol vervult de zorgaanbieder of XIS-leverancier?

LSP+ vervult de beheerrol die MedMij van een DVZA vereist. Dit betreft de eerstelijns ondersteuning voor DVP’s, waarbij de DVP de eerstelijns ondersteuning biedt voor haar gebruikers. Als de XIS-leverancier ook het beheer voor de zorgaanbieder vervult, dan zal deze XIS-leverancier voor AORTA het aanspreekpunt zijn voor operationele incidenten. De inhoudelijke vragen rondom de medische gegevens blijft besloten in het contact tussen patiënt en zorgverlener.

Hoe kies ik een naam die voldoet aan het MedMij Zorgaanbiedersnamenbeleid?

In het MedMij-naamkeuzeformulier heeft u de mogelijkheid een andere naam te kiezen dan de voorgestelde MedMij Zorgaanbiedersnaam.

De MedMij Zorgaanbiedernaam moet voldoen aan het MedMij Zorgaanbiedernamenbeleid van het MedMij Afsprakenstelsel. Onderstaande link helpt u met het kiezen van de juiste naam:

Zorgaanbiedersnamenbeleid - MedMij Afsprakenstelsel 1.3.0 - MedMij Afsprakenstelsel

Is LSP+ al gereed om huisartsenpraktijken aan te sluiten?

Ja, LSP+ is gereed en werkt in productie. We zijn op dit moment met de verschillende XIS-leveranciers bezig met gecontroleerde livegangen via OPEN-mij. Wat aansluiten betreft zijn nu op enkele na de TransHis-huisartsen en de Chipsoft-HiX-huisartsen aangesloten. Promedico en Omnihis huisartsen gaan wij in bulk aansluiten. Hiervoor is een proces afgestemd met Promedico en OmniHis.

Waarom moet er een inlegvel van de zorggroep worden bijgesloten in de toestemmingsfolder voor LSP Ketenzorg?

De organisatie van ketenzorg verschilt per zorggroep. Dat gaat bijvoorbeeld om de bij ketenzorg betrokken zorgverleners. Daarover moet de patiënt zijn geïnformeerd als hij toestemming geeft. Het inlegvel zorgt daarvoor: op het inlegvel beschrijft de zorggroep hoe de ketenzorg specifiek is ingericht. Daardoor weet de patiënt, in combinatie met de algemene informatie in de folder, precies waar hij toestemming voor geeft.

Geldt de toestemming voor LSP Ketenzorg aan de huisarts ook voor de andere ketenpartners die betrokken zijn bij de ketenzorg? Of hebben alle ketenpartners afzonderlijk toestemming van de patiënt nodig voor de gegevensuitwisseling?

De toestemming van de patiënt voor LSP Ketenzorg aan de huisarts geldt voor alle bij de ketenzorg aan de patiënt betrokken zorgverleners. De patiënt geeft dus in één keer toestemming aan alle ketenpartners. Maar die toestemming geldt alleen voor de zorgverleners die met de patiënt een behandelrelatie hebben én als het nodig is voor zijn behandeling. Er wordt op verschillende manier gewaarborgd dat er geen onterechte opvragingen van zijn gegevens plaatsvinden:

  • Zorgverleners mogen alleen gegevens opvragen van patiënten met wie zij een behandelrelatie hebben én als het nodig is voor de behandeling.
  • De bevragingen via LSP Ketenzorg vinden plaats vanuit het KIS van de zorggroep.
  • Om in te kunnen loggen in het KIS heeft de ketenpartner inloggegevens (met 2-factor authenticatie) nodig. Dus alleen ketenpartners aan wie de zorggroep inloggegevens heeft verstrekt, kunnen bij de patiëntgegevens in het KIS.
  • Om via LSP Ketenzorg de gegevens in het KIS te actualiseren met gegevens die in het HIS staan geregistreerd, is een UZI-pas nodig.
  • Het KIS kan via LSP Ketenzorg alleen gegevens uitwisselen met HIS’en die in hetzelfde samenwerkingsverband (zorggroep) zitten.
  • In zowel het HIS als het KIS staat ingesteld dat de uitwisseling LSP Ketenzorg alleen plaatsvindt tussen het KIS en de HIS’en in de zorggroep.
  • Alle bevragingen die plaatsvinden via LSP Ketenzorg worden gelogd en zijn in te zien door de patiënt zelf via het 'overzicht Uitwisselingen' op volgjezorg.nl.
Mag de patiënt mondeling toestemming (opt-in) geven voor LSP Ketenzorg?

Ja, het is toegestaan dat de patiënt mondeling toestemming geeft (opt-in) voor LSP Ketenzorg. Het is dus niet noodzakelijk dat de patiënt het toestemmingsformulier voor LSP Ketenzorg invult en ondertekent. Wel moet de patiënt geïnformeerd zijn met een toestemmingsfolder over gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg. Ook moet deze mondelinge toestemming goed worden verwerkt in het HIS. Als de huisarts later onomstotelijk wil kunnen aantonen dat de patiënt toestemming heeft verleend, is het hanteren van schriftelijke toestemming via het toestemmingsformulier aan te bevelen.

In hoeverre zijn regionale LSP-uitvoerders (bijvoorbeeld IZIT/ZorgnetOost) betrokken bij de overgang van OZIS Ketenzorg naar LSP Ketenzorg?

Alle regionale LSP-uitvoerders zijn geïnformeerd en worden door VZVZ op de hoogte gehouden. Welke rol zij bij de overgang kunnen en willen vervullen, bepalen zij zelf. En het is aan de zorggroepen of zij de regionale LSP-uitvoerders hierin willen betrekken en in welke rol.

Betekent meedoen aan LSP Ketenzorg automatisch ook meedoen aan de uitwisseling van huisartswaarneemgegevens via het LSP?

Nee, voor deelname aan LSP Ketenzorg heeft de huisartsenpraktijk wel een LSP-koppeling nodig, maar het gebruik van andere LSP-functionaliteiten, zoals de uitwisseling van huisartswaarneemgegevens, is geen verplichting. Ook de toestemming van ketenzorgdeelnemers voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, betekent niet automatisch toestemming voor gegevensuitwisseling via andere LSP-functionaliteiten. Die toestemmingen staan los van elkaar: ze hebben betrekking op de uitwisseling van andere gegevens tussen andere zorgverleners.

De patiënt heeft al toestemming gegeven voor het delen van zijn medische gegevens voor ketenzorg via OZIS Ketenzorg. Moet de patiënt dan opnieuw toestemming geven voor het delen van zijn medische gegevens voor ketenzorg via het Landelijk Schakelpunt?

Nee, dat hoeft niet. Als de toestemming voor OZIS op de juiste manier is gevraagd en geregistreerd, kunt u volstaan met de vraag of de patiënt deze eerder gegeven toestemming wil continueren.

Mag een praktijkassistent of POH’er toestemming vragen voor LSP Ketenzorg namens de huisarts?

Ja, de huisartsassistent of de POH’er die in de huisartsenpraktijk werkt, mag namens de huisarts de patiënt om toestemming vragen voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg en deze toestemming verwerken in het HIS. Ook nu moet ter informatie eerst de folder LSP Ketenzorg worden overhandigd aan de patiënt. De assistent of POH’er heeft net als de huisarts een informatieplicht bij de opt-in.

Wat zijn de ICPC’s die moeten worden gebruikt voor het includeren van patiënten voor de verschillende LSP Ketenzorg-programma’s?

De te gebruiken ICPC’s in het inclusiebericht zijn gebaseerd op de handreiking van InEen. Deze “Handleiding Inclusie- en exclusiecriteria ketenzorgprogramma’s” vindt u op website van InEen. Een overzicht van de inclusie-ICPC’s per zorgprogramma: Diabetes (T90.02), Ouderenzorg (A05, A49.01), COPD/Astma (R95/R96, R96.01, R96.02), CVRM (K49.01, K74, K75, K76, K76.01, K76.02 K86, K87, K89, K90.03, K92.01, K99.01, T93).

Wat zijn de gevolgen als voor een ketenzorgpatiënt niet de juiste ICPC aan een episode is gehangen?

Als u niet specifiek heeft gecodeerd, zult u dit moeten herstellen. Of dit van toepassing is, kan gecontroleerd worden met behulp van lijsten/overzichten in het HIS.

Is er een gecombineerd toestemmingsformulier beschikbaar voor toestemming huisartswaarneming en LSP Ketenzorg en wanneer mag dit formulier worden gebruikt?

Ja, er is een gecombineerd toestemminsformulier beschikbaar voor de toestemming voor huisartswaarneming en LSP Ketenzorg. Dit gecombineerde toestemmingsformulier mag alleen gebruikt worden voor patiënten die al in ketenzorg zitten of in ketenzorg worden opgenomen.

Hoe kunnen patiënten toestemming geven voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg?

Patiënten kunnen op drie manieren toestemming geven voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg:

  • Schriftelijk: een toestemmingsformulier invullen en ondertekenen.
  • Mondeling: tijdens een fysiek, digitaal of telefonisch consult, onder voorwaarde dat de zorgverlener de identiteit van de patiënt (met zekerheid) kan vaststellen.
  • Digitaal: een persoonlijke e-mail beantwoorden die is gestuurd naar een geverifieerd individueel e-mailadres van de patiënt.
Wie regelt de technische LSP-koppeling voor de zorggroep in het kader van ketenzorg?

De LSP-koppeling voor de zorggroep regelt de zorggroep zelf, maar de adviseur van VZVZ kan hierin ondersteunen. Hetzelfde geldt voor huisartsenpraktijken die nog geen LSP-koppeling hebben.

Hoe kunnen patiënten worden geïnformeerd over toestemming voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg?

Een patiënt kan op meerdere manieren toestemming geven voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg: mondeling, schriftelijk of digitaal. Voorafgaand moet de patiënt geïnformeerd zijn over waar hij toestemming voor geeft, bijvoorbeeld via de VZVZ-folder LSP Ketenzorg. Als deze informatie digitaal wordt verstrekt, moet de folder naar een geverifieerd individueel e-mailadres van de patiënt worden gestuurd.

Let op: alleen een link naar de website voldoet niet voor een geïnformeerde toestemming!

Advies: leg de e-mail vast in het dossier van de patiënt.

Als een ketenzorgdeelnemer nog geen toestemming heeft gegeven voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, is dan protocollaire zorg via het KIS niet meer mogelijk?

Als een ketenzorgdeelnemer nog geen toestemming heeft gegeven voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, dan blijft de gegevensuitwisseling nog tijdelijk via OZIS Ketenzorg verlopen. De OZIS-koppeling zal pas worden uitgezet als alle ketenzorgpatiënten over zijn. Voor ketenzorgdeelnemers die geen toestemming willen geven voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, moet nog worden bepaald hoe de zorg verleend gaat worden en welke consequenties dit heeft. 

Wat betekent de overgang van OZIS Ketenzorg naar LSP Ketenzorg voor de rapportage aan en de samenwerking met ketenpartners?

Voor de rapportage heeft dit geen impact. Ook kunnen alle ketenpartners gewoon blijven werken in het KIS. De functionaliteit blijft hetzelfde en de wijzigingen vinden vooral 'onder water' plaats. Wat wel nieuw is, is het gebruik van de UZI-pas. Ook nieuw is dat de opt-in in het HIS moet worden geregistreerd en dat er voorafgaand aan de gegevensuitwisseling een verwijzing vanuit het HIS naar het KIS moet worden gedaan. Deze laatste twee handelingen moet de huisarts/POH uitvoeren. De overige ketenpartners worden hier niet mee geconfronteerd.

Welke informatie wisselen het HIS en het KIS uit via LSP Ketenzorg? Is dat gelijk aan de gegevensuitwisseling tussen het HIS en het KIS via OZIS Ketenzorg?

De gegevensuitwisseling tussen het HIS en het KIS via LSP Ketenzorg is minimaal gelijk aan de gegevensuitwisseling via OZIS Ketenzorg. Dit betekent dat er gegevens worden uitgewisseld voor de zorgpaden DM II, CVRM, COPD, Astma, ouderenzorg en chronische nierschade (via DM II en CVRM).

 

Ik heb de patiënt al toestemming gevraagd voor het delen van medische gegevens voor huisartswaarneming via het Landelijk Schakelpunt. Moet ik dan nog apart toestemming vragen voor het delen van medische gegevens voor ketenzorg via het LSP?

Ja, voor ketenzorg is aparte toestemming nodig, want dit gaat om de uitwisseling van andere gegevens tussen andere zorgverleners.

 

Zijn gedeelde gegevens ook beschikbaar voor inzage door zorgverleners in het buitenland?

Nee, alleen zorgverleners die in Nederland zijn gevestigd, kunnen aansluiten op het Landelijk Schakelpunt. Zorgverleners in het buitenland kunnen dan ook geen medische gegevens raadplegen via het Landelijk Schakelpunt.

Hebben zorgverzekeraars en bedrijfsartsen toegang tot medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt?

Nee, zorgverzekeraars en bedrijfsartsen hebben geen toegang tot het Landelijk Schakelpunt. Zij kunnen hun systemen niet aansluiten op het Landelijk Schakelpunt en beschikken ook niet over een UZI-pas die nodig is om toegang te krijgen.

Wie is verantwoordelijk voor het Landelijk Schakelpunt?

VZVZ is verantwoordelijk voor de gegevensverwerking via het Landelijk Schakelpunt. Ook is VZVZ verantwoordelijk voor het beheer en de doorontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt.

De zorgverlener is verantwoordelijk voor de inhoud van het medisch dossier van zijn patiënten. Hij is ook verantwoordelijk voor het delen van deze gegevens met andere zorgverleners via het Landelijk Schakelpunt. Voorafgaand aan het delen van patiëntgegevens informeert hij de patiënt over het Landelijk Schakelpunt en vraagt hij de patiënt hiervoor om toestemming.

Slaat het Landelijk Schakelpunt medische gegevens op?

Nee, in het Landelijk Schakelpunt worden geen medische gegevens opgeslagen. Het is geen database. Medische gegevens blijven altijd opgeslagen bij de bron: het informatiesysteem van de huisarts en apotheker. Als een patiënt zijn huisarts en apotheker toestemming geeft om zijn medische gegevens te delen via het Landelijk Schakelpunt, melden deze zorgverleners alleen het burgerservicenummer (BSN) van de patiënt aan bij het Landelijk Schakelpunt. Via dit BSN kunnen andere zorgverleners zoeken naar gedeelde medische gegevens van de patiënt.

Wel registreert de 'logging' van het Landelijk Schakelpunt welke zorgverlener op welk moment welke medische gegevens van de patiënt heeft opgevraagd. De patiënt kan dit zien in zijn 'overzicht Uitwisselingen' op Volgjezorg.nl. Hij kan dus altijd controleren of zijn medische gegevens rechtmatig zijn ingezien, want dit mag alleen als het nodig is voor zijn behandeling.

Hoe wordt de veiligheid van het Landelijk Schakelpunt gegarandeerd?

Het Landelijk Schakelpunt is een beveiligd netwerk waarover gegevens kunnen worden uitgewisseld. Op het Landelijk Schakelpunt zelf worden, behalve het burgerservicenummer (BSN) van de patiënt, geen (medische) gegevens opgeslagen. Het Landelijk Schakelpunt en de systemen van deelnemende zorgverleners voldoen aan strenge beveiligings- en toegangseisen. Voordat zorgverleners hun systemen op het Landelijk Schakelpunt kunnen aansluiten, worden deze streng gecontroleerd. Ook krijgen zij alleen toegang tot het Landelijk Schakelpunt met een UZI-pas en persoonlijke pincode.

Gegevens kunnen alleen met de toestemming van de patiënt worden gedeeld. En het is alleen toegestaan om gegevens te raadplegen als dit nodig is voor de behandeling van de patiënt.

Wat zijn de gevolgen van onrechtmatig gebruik van het Landelijk Schakelpunt?

Het Landelijk Schakelpunt kan alleen worden bevraagd met een UZI-pas en persoonlijke pincode. Alle raadplegingen door zorgverleners, maar niet de medische inhoud, worden vastgelegd in de zogenoemde 'logging'. Zo is altijd te controleren of zorgverleners rechtmatig gegevens hebben opgevraagd.

De patiënt ziet in zijn 'overzicht Uitwisselingen' wie welk soort gegevens van hem heeft opgevraagd en wanneer. Als een zorgverlener daartoe niet gerechtigd blijkt te zijn, is het aan de toezichthouders, de Autoriteit Persoonsgegevens en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), om daartegen op te treden.

Wie houdt toezicht op het rechtmatig gebruik van het Landelijk Schakelpunt?

Op het Landelijk Schakelpunt en alle acties die hierop plaatsvinden, is nauwlettend toezicht. Zo wordt voortdurend in de gaten gehouden of er geen sprake is van onbevoegd, verkeerd of afwijkend gebruik, waarbij sprake zou kunnen zijn van misbruik. Alle raadplegingen door zorgverleners, niet de medische inhoud van de gegevens, worden vastgelegd in de zogenoemde 'logging'. Zo is altijd te controleren of zorgverleners rechtmatig gegevens hebben opgevraagd. Als zij daartoe niet gerechtigd blijken te zijn, is het aan de toezichthouders de Autoriteit Persoonsgegevens en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om daartegen op te treden.

Welke UZI-middelen heeft een zorgverlener nodig om met het Landelijk Schakelpunt te kunnen werken?

UZI staat voor Unieke Zorgverlener Identificatie. UZI-middelen worden uitgegeven door het UZI-register, onderdeel van het CIBG. Om met het Landelijk Schakelpunt te kunnen werken heeft een zorgverlener de volgende UZI-middelen nodig:

  • Een UZI-pas: deze pas (met persoonlijke pincode) bevat de elektronische identiteit van de zorgverlener en zijn rol in het zorgproces. Er zijn twee soorten UZI-passen die toegang hebben tot het Landelijk Schakelpunt: de UZI-zorgverlenerpas en de UZI-medewerkerpas op naam. De derde pas, de UZI-medewerkerpas niet op naam, heeft geen toegang tot het Landelijk Schakelpunt.
  • Een UZI-servercertificaat: dit certificaat bevat de elektronische identiteit van het informatiesysteem of de applicatie.
Hoe kan een zorgverlener een medewerker mandateren om met het Landelijk Schakelpunt te werken?

Een zorgverlener heeft alleen toegang tot het Landelijk Schakelpunt met een UZI-zorgverlenerpas. De zorgverlener kan bepaalde werkzaamheden delegeren aan een assistent of een arts in opleiding. De zorgverlener kan deze medewerker dan tijdelijk mandateren om onder zijn verantwoordelijkheid gegevens te raadplegen via het Landelijk Schakelpunt. De zorgverlener registreert dit mandaat in zijn zorginformatiesysteem. De gemandateerde medewerker heeft met een UZI-medewerkerpas op naam toegang tot het Landelijk Schakelpunt.

Wat moet ik doen als mijn UZI-servercertificaat is verlopen?

Een UZI-servercertificaat is 3 jaar geldig. U ontvangt ruim voor het verlopen van uw certificaat een vernieuwingsbrief van het UZI-register. Is uw UZI-servercertificaat onverhoopt toch verlopen? Neem dan contact op met uw GBZ-beheerder of het UZI-register. Komt u er niet uit? Dan kunt u ook contact opnemen met uw regio-adviseur.

Wat betekent VGU?

VGU staat voor Vereenvoudigd Gebruik UZI-pas. Wanneer u in uw organisatie gebruik maakt van VGU dan heeft u minder UZI-passen nodig. In het zorgproces kunt u hierdoor patiëntgegevens opvragen via het LSP zonder inzet van de UZI-pas. Dat scheelt u kostbare tijd. Wilt u in uw organisatie aan de slag met VGU? Klik dan hier.

Waarom is toestemming vragen aan patiënten verplicht?

Voor het verwerken van persoonsgegevens is uitdrukkelijke toestemming vereist van de persoon op wie die gegevens betrekking hebben (de ‘betrokkene’). Dit is wettelijk geregeld in de AVG. In aanvulling daarop stelt de WGBO nadere eisen aan het verwerken van medische gegevens, waaronder het delen (uitwisselen) van die gegevens met anderen.

Wanneer medische gegevens gedeeld worden (met andere zorgaanbieders) via een elektronisch uitwisselingssysteem, dan is daarvoor separaat uitdrukkelijke toestemming van de patiënt vereist. Het Landelijk Schakelpunt is een elektronisch uitwisselingssysteem.

Deze eis is per 1 juli 2017 verankerd in de 'Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg' (Wabvz). Daarin is expliciet opgenomen dat de zorgaanbieder de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt moet verkrijgen voor het uitwisselen van gegevens via een elektronisch uitwisselingssysteem. Ook is daarin vastgelegd dat de patiënt daarbij informatie moet worden verstrekt over zijn rechten bij elektronische gegevensuitwisseling, over de wijze waarop hij zijn rechten kan uitoefenen en over de werking van het elektronisch uitwisselingssysteem.

VZVZ heeft voor het verkrijgen van toestemming voor uitwisseling van gegevens via het LSP foldermateriaal en toestemmingsformulieren beschikbaar (https://www.vzvz.nl/zoeken/voorlichtingsmateriaal). Zorgverleners kunnen die kosteloos aanvragen.

Hoe wordt de toestemming voor kinderen geregeld?

Dit hangt af van de leeftijd van de kinderen:

  • Voor kinderen tot 12 jaar geeft de ouder of voogd toestemming.
  • Voor kinderen van 12 tot 16 jaar moet zowel de ouder/voogd als het kind zelf toestemming geven. Geeft de ouder/voogd wel toestemming maar het kind niet, of geeft het kind wel toestemming maar de ouder/voogd niet? Dan geldt dit als géén toestemming.
  • Kinderen vanaf 16 jaar geven zelf toestemming.
Wat moet een zorgverlener doen met patiënten die geen toestemming (willen) geven?

Deelname aan gegevensuitwisseling via het Landelijk Schakelpunt is vrijwillig, voor zowel zorgverleners als patiënten. Als een patiënt geen toestemming geeft, dan verandert er voor hem niks. Zijn medische gegevens zijn dan nog steeds niet beschikbaar voor zijn andere zorgverleners via het Landelijk Schakelpunt. De zorgverlener kan de patiënt wel wijzen op de gevolgen die deze beslissing kan hebben. Maar de zorgverlener mag op basis van de beslissing van de patiënt geen zorg weigeren. Als de patiënt expliciet 'NEE' zegt of invult op het toestemmingsformulier als antwoord op de toestemmingsvraag, dan legt de zorgverlener dat samen met de datum vast in zijn informatiesysteem en/of voegt hij deze verklaring toe aan het dossier.

Is toestemming ook nodig voor andere uitwisselingssystemen dan het Landelijk Schakelpunt?

Ja, de wet is van toepassing op alle vergelijkbare systemen. De koepelorganisaties KNMP, LHV en InEen zijn van mening dat het er niet om gaat de grenzen van de wet op te zoeken in wat wel en niet mag en moet. Maatschappelijk en politiek gezien vinden zij het nodig dat de patiënt wordt gevraagd of relevante gegevens mogen worden gedeeld met andere zorgverleners die een behandelrelatie met de patiënt hebben of krijgen. Met het voorlichtingsmateriaal van VZVZ vraagt u alleen toestemming voor de uitwisseling van medische gegevens via het Landelijk Schakelpunt.

Wat moet een zorgverlener doen als een patiënt wel toestemming wil geven, maar niet al zijn medische gegevens wil delen via het Landelijk Schakelpunt?

De patiënt heeft het recht om bepaalde gegevens af te schermen voor uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt. Die gegevens zijn dan niet beschikbaar voor inzage door andere zorgverleners. Het afschermen van gegevens kan wel risico's met zich meebrengen. Andere zorgverleners kunnen de afgeschermde gegevens namelijk niet zien, ook niet in noodsituaties. Ook is niet zichtbaar voor de opvragende zorgverlener dat er gegevens zijn afgeschermd. U kunt uw patiënt informeren over deze risico's. Bespreek dit goed.

Wat gebeurt er met de toestemmingen als de apotheek wordt overgenomen?

Als de apotheek wordt overgenomen door een andere apotheker, neemt die over het algemeen ook de medicatiedossiers van de patiënten over. In die dossiers is de toestemming van de patiënten vastgelegd. Bovendien wijzigen de gegevens, die met toestemming van de patiënt al werden gedeeld via het Landelijk Schakelpunt, niet door de overname.

Daarom mag worden verondersteld dat de toestemmingen bij een overname meeverhuizen naar de rechtsopvolger. Maar dit mag geen onwenselijke of onredelijke gevolgen hebben voor de betrokken patiënten. Daarom moeten zij vooraf geïnformeerd worden over de overname en bezwaar kunnen maken tegen de continuering van hun eerder gegeven toestemming. Voor meer informatie kunnen apothekers contact opnemen met de KNMP.

Waarom moet een (dienst)apotheek altijd toestemming vragen aan nieuwe patiënten?

Een patiënt kan bij iedere apotheek voorgeschreven medicatie ophalen. Daardoor kan hij bij meerdere apotheken een dossier hebben. Het is alleen mogelijk om via het Landelijk Schakelpunt een zo compleet mogelijk medicatie-overzicht van patiënten te verkrijgen, als de patiënt bij iedere apotheek waar hij komt toestemming geeft om zijn medicatiegegevens te delen. Daarom is het belangrijk dat u iedereen die aan de balie komt om toestemming vraagt, ook passanten.

Wat gebeurt er met de toestemmingen als de huisartsenpraktijk wordt overgenomen?

Als de praktijk wordt overgenomen door een andere huisarts, neemt die over het algemeen ook de dossiers van de patiënten over. In die dossiers is de toestemming van de patiënten vastgelegd. Bovendien wijzigen de gegevens, die met toestemming van de patiënt al werden gedeeld via het Landelijk Schakelpunt, niet door de overname.

Daarom mag worden verondersteld dat de toestemmingen bij een overname meeverhuizen naar de rechtsopvolger. Maar dit mag geen onwenselijke of onredelijke gevolgen hebben voor de betrokken patiënten. Daarom moeten zij vooraf geïnformeerd worden over de overname en bezwaar kunnen maken tegen de continuering van hun eerder gegeven toestemming. Voor meer informatie kunnen huisartsen contact opnemen met de LHV.

Hoe werkt toestemming in het kader van Ketenzorg?

Zie categorie Ketenzorg voor alle veelgestelde vragen over dit onderwerp.

Hoe werkt het ontwikkelproces op het Landelijk Schakelpunt?

Jaarlijks wordt voor de zorginfrastructuur van het Landelijk Schakelpunt een 'werkplan' opgesteld. Hierin staat beschreven welke (delen van) zorgtoepassingen binnen het netwerk operationeel zullen zijn of worden gemaakt.

Zowel de gebruikers van het LSP als de gebruikersverenigingen/ klantvertegenwoordiging kunnen wensen hebben voor aanpassingen in de LSP-keten. Wijzigingen in de bedrijfsvoering, het zorgveld of wet- en regelgeving vragen hierom.

Het is belangrijk dat wijzigingen op een beheersbare wijze worden doorgevoerd en dat alle betrokken partijen op de hoogte zijn van voor hen relevante wijzigingen.

Welke zorgverleners wisselen medische gegevens uit via het Landelijk Schakelpunt?

Via het Landelijk Schakelpunt delen huisartsen en apotheken medische gegevens met andere zorgverleners. Hiervoor hebben de huisarts en de apotheek wel de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt nodig.

1) Met toestemming van de patiënt kan de huisarts de Professionele Samenvatting (PS) van het huisartsdossier delen. In de PS staan:

  • De episodelijst (alle open episodes);
  • De journaallijst van de laatste vier maanden of de laatste vijf consulten;
  • De voorgeschreven medicatie in de laatste vier maanden;
  • Metingen en uitslagen binnen de periode van de opgeleverde journaallijst;
  • Informatie over allergieën, geneesmiddelintoleranties en contra-indicaties;
  • Actuele overdrachtsgegevens.

 

De PS van het huisartsdossier is via het Landelijk Schakelpunt alleen te raadplegen door (waarnemend) huisartsen, bijvoorbeeld op de huisartsenpost. Zij mogen deze gegevens alleen inzien als dat nodig is voor de behandeling.

2) Met toestemming van de patiënt kan de apotheek het overzicht van verstrekte medicatie (het medicatiedossier) delen. Hierin staan:

  • Alle aan de patiënt verstrekte medicatie;
  • Informatie over allergieën, geneesmiddelintoleranties en contra-indicaties.

 

Het medicatie-overzicht is via het Landelijk Schakelpunt alleen te raadplegen door (waarnemend) huisartsen, bijvoorbeeld op de huisartsenpost, (poli)apotheken en artsen in ziekenhuizen en andere instellingen. Ook zij mogen deze gegevens alleen inzien als dat nodig is voor de behandeling.

Welke medische gegevens worden uitgewisseld via het Landelijk Schakelpunt?

Via het Landelijk Schakelpunt worden medische gegevens uit het patiëntendossier bij de huisarts en de apotheek uitgewisseld. Om deze gegevens te kunnen delen met andere zorgverleners hebben de huisarts en de apotheek wel de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt nodig.

1) Met toestemming van de patiënt kan de huisarts de Professionele Samenvatting (PS) van het huisartsdossier delen. In de PS staan:

  • De episodelijst (alle open episodes);
  • De journaallijst van de laatste vier maanden of de laatste vijf consulten;
  • De voorgeschreven medicatie in de laatste vier maanden;
  • Metingen en uitslagen binnen de periode van de opgeleverde journaallijst;
  • Informatie over allergieën, geneesmiddelintoleranties en contra-indicaties;
  • Actuele overdrachtsgegevens.

De PS van het huisartsdossier is via het Landelijk Schakelpunt alleen te raadplegen door (waarnemend) huisartsen, bijvoorbeeld op de huisartsenpost. Zij mogen deze gegevens alleen inzien als dat nodig is voor de behandeling.

2) Met toestemming van de patiënt kan de apotheek het overzicht van verstrekte medicatie (het medicatiedossier) delen. Hierin staan:

  • Alle aan de patiënt verstrekte medicatie;
  • Informatie over allergieën, geneesmiddelintoleranties en contra-indicaties.

Het medicatie-overzicht is via het Landelijk Schakelpunt alleen te raadplegen door (waarnemend) huisartsen, bijvoorbeeld op de huisartsenpost, (poli)apotheken en artsen in ziekenhuizen en andere instellingen. Ook zij mogen deze gegevens alleen inzien als dat nodig is voor de behandeling.

Wie financiert het Landelijk Schakelpunt?

Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de koepelorganisaties van zorgaanbieders en VZVZ hebben afspraken gemaakt over de financiering van het Landelijk Schakelpunt. Deze afspraken gaan over het onderhoud aan en de doorontwikkeling van het Landelijk Schakelpunt en over de kosten die nodig zijn om zorgverleners te ondersteunen bij het aansluiten op het Landelijk Schakelpunt. ZN voorziet in de jaarlijkse kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden van VZVZ. Daarnaast heeft ZN afspraken gemaakt met de koepelorganisaties van zorgaanbieders over tegemoetkomingen in de praktijkkosten die zij maken voor het gebruik van het Landelijk Schakelpunt.

Zorgverzekeraars hebben en willen geen toegang tot het Landelijk Schakelpunt. Zij kunnen dus geen (medische) gegevens inzien. Zorgverzekeraars stimuleren aansluiting van zorgverleners op het Landelijk Schakelpunt voor de kwaliteit van zorg, maar dwingen dat niet af via contractuele verplichtingen.

Is aansluiten op het Landelijk Schakelpunt verplicht?

Nee, deelname aan het Landelijk Schakelpunt is vrijwillig. Zowel zorgverleners als patiënten kunnen niet worden gedwongen om mee te doen.

Wat is het Landelijk Schakelpunt?

Het Landelijk Schakelpunt (LSP) is een beveiligd netwerk waarop zorgverleners kunnen aansluiten om medische gegevens van hun patiënten te delen met elkaar. Via het Landelijk Schakelpunt zijn gedeelde medische gegevens direct beschikbaar, 24 uur per dag, 7 dagen per week.

Huisartsen kunnen de Professionele Samenvatting van het patiëntendossier delen met waarnemend huisartsen, bijvoorbeeld op de huisartsenpost. Apothekers kunnen het medicatiedossier delen met huisartsen, andere apothekers en artsen in ziekenhuizen en andere instellingen. Dit kan alleen met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt.

Gedeelde medische gegevens blijven bij de bron: het informatiesysteem van de huisarts en apotheker. Deze gegevens worden niet opgeslagen in het netwerk van het Landelijk Schakelpunt. Het Landelijk Schakelpunt bevat alleen een verwijsindex met burgerservicenummers (BSN's) van patiënten die toestemming hebben gegeven om hun gegevens te delen.

Kost aansluiten op het Landelijk Schakelpunt zorgaanbieders geld?

Zorgaanbieders betalen niets aan VZVZ voor het aansluiten op en gebruiken van het Landelijk Schakelpunt. Wel kan hun ICT-dienstverlener kosten in rekening brengen voor geleverde diensten die hiermee verband houden.

Een uitzondering geldt voor JGZ-organisaties. Zij betalen per aangesloten Applicatie-ID een jaarlijks geïndexeerd bedrag.